Dichteres Ellen Deckwitz bezoekt Groevenbeek
Op donderdagmiddag 30 mei heeft dichteres Ellen Deckwitz de leerlingen van atheneum 5 en poëzie dichter bij elkaar weten te brengen. Deckwitz was uitgenodigd in het kader van de lessen poëzie bij het vak Nederlands.
Tijdens een inspirerende sessie in de kunstaula was er eerst ruimte voor een minicursus hoe om te gaan met poëzie. Op ontspannen wijze nam Deckwitz de leerlingen mee op ontdekkingstocht, waarbij ze meerdere gedichten voordroeg en deze daarna kort analyseerde. Ze leerde ons dat poëzie geen doel is, maar een middel. Je kunt herkenning vinden in een gedicht, of er juist anders naar jezelf of naar de wereld door gaan kijken. Op de vraag van een leerling hoe Deckwitz poëzie zo kort mogelijk zou omschrijven, gaf zij het volgende antwoord: “Poëzie is spelen met taal.”
Na de pauze kregen de leerlingen de gelegenheid om Deckwitz vragen te stellen over een gedicht dat zij uit haar werk hadden gekozen. Hierover maken zij een podcast die volgende week moet worden ingeleverd. Zij volgen hierbij het voorbeeld van Deckwitz zelf die dagelijks in haar eigen podcast “Poëzie Vandaag” een gedicht voordraagt en kort bespreekt. Veel leerlingen vroegen enthousiast naar de betekenis van bepaalde strofen of versregels. Deckwitz daagde de leerlingen uit om eerst zelf tot een analyse te komen en hielp hier en daar ook een handje mee. Sturing bij de analyse van het gedicht “Visje” bleek noodzakelijk voor een van de leerlingen die worstelde met zijn zoektocht naar de betekenis van dit gedicht. Dat dit gedicht over klimaatverandering en opwarming van de aarde ging, nee, daar was hij zelf niet op gekomen. “Op de keukentafel ligt de atlas, alvast atlantisblauw gekrast.”
Wij mogen met elkaar terugkijken op een waardevolle middag en hopen dat onze leerlingen geïnspireerd zijn geraakt en zijn aangemoedigd om eens wat vaker een gedicht te lezen.
Blijf maar even staan
met je zorgen. Straks
maakt de lucht zich op
voor de nacht. Kwasten
boomtoppen rouge
Op de laatste wolken.
Laat je de zorgen
niet achter, volgen ze je
minder halsstarrig,
hebben alleen maar
iemand nodig
om een beetje
achterna te lopen.
(Ellen Deckwitz, uit “Hoi Feest”)